(Jubb, 1971) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Onderling zijn de mannetjes van deze soort tamelijk
agressief. Ook ten opzichte van andere soorten en ten
opzichte van vrouwtjes die niet willen paren is deze soort
agressief. Hij kan dus het beste in een
speciaal-aquarium worden gehouden of in een
gezelschapsaquarium met vissen van minimaal gelijke grootte.
Het aquarium moet dicht worden beplant. Verder moet
het aquarium worden ingericht met wortels en kienhout.
Een donkere bodem uit turfmolm en een gedempte verlichting
doen de kleuren beter tot hun recht komen. Als voedsel moet krachtig levend voer worden gegeven. De kweek moet in een apart aquarium plaats vinden. De bodem moet bestaan uit turfmolm. Een paartje kan slechts gedurende korte tijd voor de kweek worden ingezet aangezien vrouwtjes die geen eieren meer afzetten de kans lopen door het mannetje te worden dood gebeten. De eieren worden in de turfmolm afgezet en bevrucht. De turfmolm moet na het afzetten verwijder worden en voorzichtig enigszins gedroogd. Daarna moet de turf in een plastic zakje gedurende 3 maanden worden bewaard bij een temperatuur van ongeveer 25 graden. Bij lagere temperaturen kan de bewaartermijn oplopen tot 7 maanden. Als er vers water wordt opgegoten komen de jongen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. De turf kan na het opgieten van water nog een keer gedroogd worden. Enige weken later kan dan nogmaals vers water worden opgegoten voor een tweede poging. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vasco Gomes |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|