(Pfeffer, 1893) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
De mannetjes van deze soort zijn onderling ontzettend
agressief. Ook vrouwtjes die niet paringsbereid zijn
worden voortdurend opgejaagd. Het aquarium moet dicht
worden beplant zodat schuilplaatsen ontstaan. Een
zachte, donkere bodem van bijvoorbeeld turfmolm en een
gedempte verlichting door middel van drijfplanten doen de
kleuren beter tot hun recht komen. Als voedsel moet krachtig levend voer worden gegeven in de vorm van muggenlarven, cyclops etc etc. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is niet al te moeilijk. De eieren worden voortdurend afgezet en bevrucht in de turfbodem. Na ongeveer een week moet de turf uit het aquarium worden verwijderd en zachtjes uitgeknepen. De vochtige turf moet vervolgens gedurende 2-3 maanden in een plastic zak worden bewaard. Na het opgieten van zeer zacht, vers water komen de jongen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. Ze zijn zeer gevoelig voor stip. De jongen groeien zeer snel en zijn na ongeveer 3 maanden geslachtsrijp. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Fundulus guentheri, Adiniops guentheri,
Aphyosemion guentheri, Notobranchius guentheri
|
||||||||||||||||||||||
|