(Ahl, 1935) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
Onderling zijn de mannetjes van deze soort uitermate
agressief. Het is dan ook niet aan te raden om
meerdere mannetjes samen te houden. Het is een
tamelijk schuwe vis en het aquarium moet dan ook dicht
worden beplant en voorzien worden van een donkere bodem uit
turfmolm waar hij zich kan verschuilen. Een gedempte
verlichting doet de kleuren beter tot hun recht komen. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt slechts zeer zelden geaccepteerd. Over de kweek in het aquarium heb ik niet veel terug kunnen vinden. De eieren worden in de turfmolm afgezet en bevrucht. Na verloop van een week moet de turf worden verwijderd en zachtjes uitgeknepen worden. De turf moet gedurende een drietal maanden worden bewaard in een plastic zakje. Na het opgieten van vers water komen de jongen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|