(Seegers, 1986) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Redelijk vreedzame soort. Alleen mannetjes zijn
onderling, vooral in wat kleinere aquaria, zeer agressief.
Het is dan ook het beste om niet meer dan 1 mannetje in het
aquarium te houden. Meerdere vrouwtjes is wel
mogelijk. Soms zijn ze erg schuw en verstoppen ze zich in de bodem.
De bodem kan dan ook het beste bestaan uit turfmolm. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt niet geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Een mannetje kan met 2-3 vrouwtjes in een aquarium met als bodem turfmolm worden ondergebracht. Iedere 10 dagen kan de turfmolm worden vervangen en de oude in een plastic zakje "droog" worden bewaard. Na 3 maanden kan er vers water worden opgegoten. De jongen komen dan vrij snel uit. Omdat ze zeer klein zijn moeten ze de eerste dagen gevoerd worden met pantoffeldiertjes. Na enige tijd kan dit worden gedaan met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Mike Jacobs | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|