(Kner, 1863) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort is ten opzichte van soortgenoten zeer agressief,
zeker in een te klein aquarium. Aangezien het
geslachtsonderscheid nogal lastig is, is het verstandig om
een aantal jonge dieren aan te schaffen en zich hieruit een
paartje te laten vormen. De overige dieren kunnen
daarna beter verwijderd worden. Het aquarium moet
worden ingericht met stenen, kienhout en wortels zodat
schuilplaatsen ontstaan. Aangezien de dieren in de
bodem woelen op zoek naar voedsel kunnen planten alleen als
decoratie worden gebruikt als ze stevig verankerd zijn. Ook
moet er voldoende vrije zwemruimte worden open gelaten.
Een sterk filter en een regelmatige waterverversing worden
zeer op prijs gesteld. Het zijn alleseters, dus elk gangbaar voedsel wordt geaccepteerd. Rode muggenlarven en tubifex kunnen beter niet worden gegeven. De kweek is bij een goed passend stel redelijk eenvoudig. De eieren worden op een substraat afgezet. De legsels bij deze soort zijn over het algemeen niet zo groot. Beide ouders bemoeien zich met de broedzorg. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jens Gottwald |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|