(Villwock, Scholl & Krupp, 1983) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame levendige soort die veel vrije zwemruimte nodig heeft en dus niet in een te klein aquarium mag worden gehouden. Het is aan te raden aan het water wat zout toe te voegen. Ook een toevoeging van wat magnesiumsulfaat is aan te raden. Het aquarium moet verder ook op sommige plaatsen dicht worden beplant. Deze soort wordt in zijn natuurlijke omgeving bedreigd ten gevolge van lage waterstanden. Het is niet direct een beginnersvis.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is niet direct eenvoudig. De eieren worden in fijnbladerige planten (zoals javamos) of een afzetmop afgezet. Aangezien eierroof voorkomt is het verstandig om de eieren uit te lezen en in een aparte schaal uit te laten komen. Dat gebeurt na ongeveer een week. De jongen eten meteen Artemia-naupliën. Ze groeien langzaam. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|