(Huber & Radda, 1979) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Levendige, over het algemeen vreedzame vis. Alleen de
mannetjes zijn onderling en ten opzichte van mannetjes van
andere Aphyosemionsoorten tamelijk agressief. Het aquarium
moet dicht worden beplant. Een gedempte verlichting
door middel van wat drijfplanten doen de kleuren beter tot
hun recht komen. Een donkere, zachte bodem van
turfmolm wordt zeer op prijs gesteld. De vissen mogen
niet bij te hoge temperaturen worden gehouden omdat ze
daardoor korter leven. Ook wordt de ei-afzetting
hierdoor belemmerd. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Na gewenning wordt ook droogvoer geaccepteerd. De kweek is niet al te moeilijk. De eieren worden voortdurend in de bodem afgezet en bevrucht. Als de ouders goed gevoerd worden, worden de jongen niet nagejaagd en kunnen die eemvoudig uit het kweekaquarium worden "uitgelezen". Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|