(Ahl, 1924) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame, af en toe enigszins schuwe soort die het beste
samen met andere kleine, vreedzame vissen kan worden
gehouden. Het aquarium moet dicht worden beplant zodat
schuilplaatsen ontstaan. Een donkere bodem en een
gedempte verlichting door middel van drijfplanten doen de
kleuren beter tot hun recht komen. Ze zijn zeer
gevoelig voor waterverontreiniging. Een regelmatige
waterverversing is dus aan te bevelen. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden tussen fijnbladerige planten afgezet en bevrucht. Uitgekomen jongen worden over het algemeen met rust gelaten. Als ze wat groter zijn geworden moeten de jongen verwijderd worden en overgebracht worden naar een ander aquarium waar ze verder kunnen opgroeien. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|