(Pellegrin, 1930) |
|||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Deze vissen zijn ten opzichte van elkaar en andere Aphyosemion-soorten redelijk agressief, maar met alle andere vreedzame soorten zijn ze goed samen te houden. Een dicht beplant aquarium met voldoende schuilgelegenheden en een niet te hoge temperatuur wordt door deze soort op prijs gesteld.
Als voer het liefste levend voer geven, maar ze zijn ook over te wennen op diepvriesvoer. De kweek kan plaats vinden met behulp van een afzetmop, die na het afzetten van de eieren in apart bakje gedaan kan worden. De jongen komen na ongeveer 2 weken uit en zijn groot te brengen met Artemia-naupliën. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|