(Brüning, 1929) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Ten opzichte van andere vissen is deze vis vreedzaam.
Maar ten opzichte van de eigen soort zijn de mannetjes zeer
agressief. Ook bij andere Aphyosemions kunnen
mannetjes aangevallen worden. Het aquarium moet dicht
worden beplant (oa met bv javamos omdat de dieren hierin
graag hun eieren afzetten). Een gedempte belichting doet de
kleuren beter tot hun recht komen.
Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Af en toe wordt droogvoer ook geaccepteerd. De kweek is vrij eenvoudig. Eieren worden tussen fijnbladerige planten afgezet. Na een tweetal weken komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. De ouderdieren laten de jongen met rust. Het is echter mogelijk dat er onder de jongen kannibalisme ontstaat. Het is dan dus verstandig om de grotere jongen uit te vangen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|