 |
(Ahl, 1924) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
 |
|
|||||||||||||||||||||
|
Vreedzame scholenvis die het beste kan worden samen gehouden
met andere kleiner blijvende vissen. Het aquarium moet
aan de randen en achtergrond dicht worden beplant. In
het midden moet zeer veel vrije zwemruimte worden open
gelaten. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Diepvries- en droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden voortdurend afgezet in fijnbladerige planten zoals javamos. Ook kan een afzetmop worden gebruikt. Het afzetsubstraat moet wekelijks overgezet worden naar een ander aquarium met dezelfde waterkwaliteit. Na 12-14 dagen komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochilus loati, Aplocheilichthys loati,
Haplochilichthys loati, Haplochilus schoelleri,
Aplocheilichthys schoelleri, Haplochilichthys schoelleri,
Micropanchax schoelleri, Haplochilichthys kassenjiensis,
Aplocheilichthys kassenjiensis, Micropanchax kassenjiensis,
Haplochilus atripinna
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
