(Daget, 1948) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
Geen echte scholenvis, maar het is toch aan te raden om
hiervan minimaal 10 exemplaren te houden. Mannetjes
zijn onderling tamelijk strijdlustig. Het aquarium
moet aan de randen en achtergrond dicht worden beplant en in
het midden moet zeer veel vrije zwemruimte worden open
gelaten. Een regelmatige flinke waterverversing wordt
zeer op prijs gesteld. Aangezien het zeer goede
springers zijn is een dekruit geen overbodige luxe. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Fijngewreven droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is niet al te moeilijk. In een afzetmop worden dagelijks een aantal eieren afgezet en bevrucht. Die eieren moeten worden "uitgelezen" en in een broedschaal worden onder gebracht. Na 12-14 dagen komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Fischhaus Zepkow |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochilichthys nimbaensis, Aplocheilichthys
nimbaensis, Micropanchax nimbaensis, Procatopus nimbaensis,
Haplocheilichthys nimbaensis, Aplocheilichthys macrurus
|
||||||||||||||||||||||
|