(Johnson, 1974) |
|||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
In de natuur komt deze vis in grote groepen voor, waarbij dan slecht 1 mannetje volledig uitgekleurd is. In het aquarium moet een man dus samen met meerdere vrouwen worden gehouden. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen ontstaan. Een territorium wordt ingericht.
Het is een alleseter met een voorkeur voor stevig voedsel in de vorm van kleine kreeftjes, runderhart en insecten. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 50 eieren worden door het vrouwtje in de bek genomen en dan bevrucht dmv de eivlekmethode (ondanks het feit dat het mannetje geen of nauwelijks eivlekken heeft). De jongen kunnen worden grootgebracht met Artemia-naupliën. |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Synoniem : Trematocranus jacobfreibergi
|
|||||||||||||||||||||||
|