 |
(Boulenger, 1903) |
|
||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||
| Een kleine, vreedzame scholenvis die het beste in een klein, schaars verlicht aquarium gehouden kan worden. Een donkere bodem en drijfplanten doen de kleuren beter tot hun recht komen. Het aquarium moet verder worden ingericht met planten die niet al te lichtbehoeftig zijn en bestand zijn tegen zeer zacht en zuur water.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Bij de juiste watersamenstelling zullen 2 mannetjes met 2-4 vrouwtjes snel tot afzetten over gaan. Het is wel noodzakelijk om een eierrooster aan te brengen, aangezien het grote eierrovers zijn. Ze zijn niet erg productief. Tot 70 eieren worden afgezet. Na het afzetten moeten de ouders worden verwijderd. Na 36 uur komen de eieren uit en na 6 dagen zwemmen de jongen vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en Liquifry. |
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
 |
|||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
