 |
(Trewavas, 1935) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
 |
|
|||||||||||||||||||||
| Redelijk vreedzame vis die niet of nauwelijks territoriale neigingen heeft. Hij zou in een kleine school gehouden kunnen worden. Op ieder mannetje moeten minimaal drie vrouwtjes aanwezig zijn. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen ontstaan. Een sterke belichting om alggroei op de rotsen te bevorderen is noodzakelijk.
Als voedsel moet afwisselend levend voer en groenvoer in de vorm van sla of spinazie gegeven worden. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 150 eieren worden op een steen afgezet en door het vrouwtje in de bek genomen. Ze worden daarna door het mannetje mbv de eivlekmethode bevrucht. Na het uitkomen van de jongen worden ze nog enige tijd bij gevaar door het vrouwtje terug in de bek genomen. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochromis euchilus, Chilotilapia euchilus,
Cyrtocara euchila, Cyrtocara euchilus, Pseudohaplochromis
euchilus
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
