(Zietz, 1896) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Ten opzichte van andere vissen is deze vis zeer vreedzaam
maar onderling zijn mannetjes van deze soort zeer
onverdraagzaam en houden een territorium in stand. Als
u dus meerdere mannetjes wilt houden moet u hiermee rekening
houden en ze dus voldoende ruimte geven. De bodem moet
bedekt zijn met fijn zand met voldoende vrije ruimte.
Het aquarium moet verder worden ingericht met stenen en
wortels zodat schuilplaatsen ontstaan. Ze zijn
gevoelig voor een te grote daling van de temperatuur. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Diepvriesvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is eenvoudig. De eieren worden in een hol afgezet. Het mannetje beoefent de broedzorg. De larven komen bij een temperatuur van 25 graden na 5-7 dagen uit. Ze eten onmiddellijk Artemia-naupliën. Als ze goed worden gevoerd zijn ze na 6-8 maanden geslachtsrijp. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Gobius eremius IUCN Red List Status : Niet beoordeeld Van deze vis hebben wij inmiddels een artikel beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
||||||||||||||||||||||
|