(Cope, 1874) |
|||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Een vreedzame soort die een voorkeur heeft voor een donkere bodem van fijn zand en een niet al te dichte beplanting. Een goede filtering is aanbevolen. Aan temperatuur en watersamenstelling worden geen grote eisen gesteld. Planten moeten stevig verankerd worden aangezien deze soort graag woelt, vooral in de paartijd.
Als voer moet fors levend voer worden gegeven. De kweek vindt plaats in groepen. Tot 5000 eieren worden op de zandbodem afgezet. De jongen kunnen worden grootgebracht met het fijnste levend voer. Vanaf 12 mm wordt gehakte Tubifex gegeten. |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Dysichthys coracoideus, Bunocephalus bicolor,
Dysichthys bicolor, Bunocephalus haggini
|
|||||||||||||||||||||||
|