(Poll, 1941) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Onderling zijn de mannetjes van deze soort tamelijk
agressief. Er moeten dus door middel van beplanting
tot het wateroppervlak en drijfplanten schuilplaatsen worden
gemaakt. Het is een uitstekende vis voor de bovenste
waterlagen van een gezelschapsaquarium. Aangezien het
goede springers zijn is een goed afsluitende dekruit
noodzakelijk. Het is niet verstandig om ze met andere
vissen uit dezelfde groep te houden daar dan ongewenste
kruisingen kunnen ontstaan. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. De kweek in het aquarium is tamelijk eenvoudig. In een dicht beplant aquarium zullen regelmatig jongen te vinden zijn. Voor een gerichte kweek zet men een mannetje met enkele vrouwtjes in een aquarium met een afzetmop. Dagelijks worden enkele eieren afgezet en bevrucht. De eieren kunnen eenvoudig worden "uitgelezen" en een een broedschaal worden onder gebracht. Na twee weken komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Heinz Ott |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Aplocheilus olbrechtsi, Epiplatys fasciolatus
olbrechtsi, Epiplatys olbrechtsi olbrechtsi, Epiplatys
kassiapleuensis, Aplocheilus kassiapleuensis, Epiplatys
olbrechtsi kassiapleuensis, Epiplatys azureus, Aplocheilus
azureus, Epiplatys olbrechtsi azureus, Epiplatys fasciolatus
puetzi, Epiplatys olbrechtsi puetzi, Epiplatys olbrechtsi
dauresi, Epiplatys fasciolatus, Panchax fasciolatus, Panchax
ansorgei
|
||||||||||||||||||||||
|