(Agassiz, 1854) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze koudwatervis kan het beste in een speciaalaquarium voor koudwatervissen worden gehouden. Het aquarium moet ingericht worden met een zandige bodem en stenen. Verder een matige zij- en achtergrondbeplanting. Een zwakke stroming en goede doorluchting worden op prijs gesteld. Mannetjes zijn in de broedperiode ten opzichte van soortgenoten zeer agressief.
Als voer moet klein levend voer worden gegeven in de vorm van watervlooien en insectenlarven. De kweek in het aquarium is niet eenvoudig. Het mannetje richt rondom een hol een territorium in. Tot 1000 eieren worden in dat hol afgezet. Aangezien het eierrovers zijn moeten de ouders na het afzetten worden verwijderd. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Poecilichthys spectabilis
|
||||||||||||||||||||||
|