(Girard, 1859) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Af en toe is deze vis een beetje agressief, maar over het
algemeen kan hij toch goed in het gezelschapsaquarium
gehouden worden met andere vreedzame vissen. Aan de
watersamenstelling worden niet al te veel eisen gesteld,
maar het moet wel helder en zuurstofrijk zijn. Een goed
filter is dus noodzakelijk. Het aquarium moet aan de
randen en achtergrond dicht worden beplant en in het midden
moet vrije zwemruimte worden open gelaten. Het is een alleseter met een voorkeur voor levend voer in de vorm van muggenlarven, watervlooien en Artemia. Droogvoer wordt ook zonder problemen gegeten. De kweek is vrij eenvoudig. De soort is eierlevendbarend en iedere 4 tot 5 weken worden tot 50 jongen geboren. Als de ouders goed gevoerd worden, worden de jongen met rust gelaten. De jongen kunnen vrij eenvoudig worden groot gebracht met Liquifry en na een paar dagen ook met fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Garold W. Sneegas |
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Zygonectus speciosa
|
||||||||||||||||||||||
|