(Allen, 1981) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Zeer vreedzame vis die veel vrije zwemruimte nodig heeft.
Het aquarium kan aan de randen en achtergrond matig worden
beplant met fijnbladerige planten. De ochtendzon in
het aquarium wordt zeer op prijs gesteld. De dieren
zijn enigszins schrikachtig, dus onverwachte bewegingen in
de buurt van het aquarium moeten zoveel mogelijk vermeden
worden. Ze kunnen het beste worden samen gehouden in
het gezelschap van andere regenboogzalmen. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is niet al te moeilijk. In een kweekbakje, voorzien van wat javamos, worden dagelijks enige eieren afgezet tussen het mos. Na 7-10 dagen komen de eieren uit. De jongen kunnen worden groot gebracht met fijn levend voer. Ze groeien snel. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|