(Guichenot, 1861) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort moet paarsgewijs worden gehouden. Het is
een grote rover die nogal graaft en planten niet met rust
laat. Het aquarium kan dus het beste ingericht worden
met stenen, wortels en kienhout zodat veel schuilplaatsen
ontstaan. De bodem moet bestaan uit fijn zand.
Aangezien de dieren voorkomen in de kustwateren en dus ook
voorkomen in brakwatergebieden is het aan te bevelen om 1
tot 2 theelepels zeezout per 10 liter water toe te voegen.
Ze kunnen worden samen gehouden in gezelschap van andere
vissen van gelijke grootte met dezelfde eisen. Het is een alleseter met een voorkeur voor krachtig levend voer en vlees. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 800 eieren worden op een zorgvuldig schoongemaakte platte steen afgezet en bevrucht. Het legsel wordt door beide ouders intensief bewaakt en verzorgd. Na 2 dagen komen de larven uit en worden door de ouders ondergebracht in broedkuilen. Nog eens 6 dagen later zwemmen de jongen vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Chromichthys elongatus, Hemichromis auritus
|
||||||||||||||||||||||
|