(Bleeker, 1849) |
|||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Rustige
vreedzame vis, die wel een territorium inricht. Binnen dit territorium
worden geen soortgenoten toegelaten. Het toevoegen van zeezout (1-2
eetlepels op 10 liter water) is aan te bevelen. Hij moet niet worden
gehouden met kleinere vissen aangezien die dan als voedsel worden
gezien.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt in de regel niet geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Met afwisselend voeren worden de kweekstellen in de juiste conditie gebracht. Na een waterverversing worden 150-200 eieren in een holletje afgezet. Het mannetje verzorgt en bewaakt verder het broedsel. De jongen komen na 4 dagen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met infuus en later Artemia-naupliën. |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Diskusmann | |||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Gobius xanthozona, Brachygobius xanthozona, Hypogymnogobius
xanthozona, Hypogymnogobius xanthozonus
|
|||||||||||||||||||||||
|