(Poll, 1948) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort bewoont slakkenhuizen op de zandige bodem van het
Tanganyikameer. Hij houdt rond die slakkenhuizen een
klein territorium en is daarbinnen tamelijk agressief. Een
aantal slakkenhuizen als onderkomen zijn dan ook
noodzakelijk. Het aquarium moet verder worden
ingericht met stenen zodat schuilplaatsen ontstaan.
Planten worden met rust gelaten. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven in de vorm ban muggenlarven, garnalen en andere kleine kreeftachtigen. Diepvriesvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek in het aquarium is niet al te moeilijk. De eieren worden in een slakkenhuis afgezet en bevrucht. De jongen komen na ruim een dag uit en zwemmen na een dag of zes vrij. Gedurende enige weken worden ze door de moeder verzorgd terwijl het mannetje het territorium verdedigd. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en wat later met kleine watervlooien. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Hisao Masui |
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Lamprologus meeli
|
||||||||||||||||||||||
|