(Meyer & Förster, 1984) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vrij territoriale, en ten opzichte van soortgenoten vrij
agressieve vis die het beste kan worden samen gehouden met
andere niet te kleine en te vreedzame vissen. Het
mannetje moet met meerdere vrouwtjes worden samen gehouden
om de agressie enigszins te verdelen. Het aquarium
moet aan de randen en achtergrond worden ingericht met
stenen zodat holen en schuilplaatsen ontstaan. In het
midden moet voldoende vrije zwemruimte worden open gelaten.
Een zandige bodem met een aantal vlakke stenen als
afzetsubstraat worden zeer op prijs gesteld. In de vrije natuur grazen deze dieren de rotsen af tussen de "aufwuchs" naar kleine eencelligen. In het aquarium kan men ze voer geven met een hoog plantaardig aandeel zoals spirulina. Voedsel met een hoog proteïnegehalte moet ten enen male vermeden worden omdat dan darmstoornissen kunnen optreden. De kweek is niet moeilijk. De eieren worden door het vrouwtje op een vlak substraat afezet en onmiddellijk in de bek genomen. Ze worden door het mannetje bevrucht met behulp van de eivlekmethode. Na 3 tot 4 weken worden de jongen uit de bek gelaten. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pseudotropheus greshakei, Metriaclima greshakei,
Metriaclima greshekai
|
||||||||||||||||||||||
© Copy-right en voorwaarden voor gebruik |