(Munro, 1964) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame scholenvis die het beste in een speciaalaquarium
voor regenboogvissen kan worden gehouden, maar ook
uitstekend geschikt is voor het gezelschapsaquarium.
Het aquarium moet aan de achtergrond en de randen dicht
worden beplant, terwijl in het midden veel vrije zwemruimte
moet worden open gelaten. Een donkere bodem en een
enigszins gedempte verlichting door middel van drijfplanten
doen de kleuren van deze soort beter tot hun recht komen.
Een goede filtering en een regelmatige flinke
waterverversing is noodzakelijk. Het is een alleseter. Er kan dus voor voldoende variatie op het menu worden gezorgd. De kweek is tamelijk eenvoudig. De eieren worden dagelijks tussen fijnbladerige planten afgezet en bevrucht. Afhankelijk van de temperatuur komen de jongen na 7-10 dagen uit. Zodra ze vrij zwemmen moeten ze de eerste dagen worden gevoerd met het fijnste infuus en daarna met Artemia-naupliën en fijngewreven eigeel. De kwaliteit van de nakomelingen laat nog wel eens te wensen over. Een strenge selectie is dan ook aan te bevelen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Nematocentris sexlineatus
|
||||||||||||||||||||||
|