(Mckaye & Stauffer, 1986) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vrij agressieve soort die het beste samen gehouden kan
worden met andere rotsbewoners om die agressie enigszins te
verdelen. Het aquarium moet worden ingericht met een
dikke zandbodem en aan de randen en achtergrond met stenen
zodat schuilplaatsen ontstaan. Een territorium wordt
ingericht en energiek verdedigd. Een mannetje moet met
meerdere vrouwtjes worden gehouden. Hardere planten
worden over het algemeen met rust gelaten. Het is een alleseter met een voorkeur voor alg maar ook mysis en cyclops wordt graag gegeten. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. In de natuur voedt hij zich met "aufwuchs" op de rotsen. De kweek is tamelijk eenvoudig. Tot 70 eieren worden afgezet en onmiddellijk door het vrouwtje in de bek genomen. Ze worden bevrucht met behulp van de eivlekmethode. De jongen worden na ongeveer 3 weken door de moeder vrijgelaten. Ze staan vanaf dat moment op zichzelf. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pseudotropheus barlowi, Metriaclima barlowi
|
||||||||||||||||||||||
|