(Stauffer & Hert, 1992) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Een redelijk agressieve soort die met soortgelijke vissen in een speciaalaquarium gehouden moet worden. Dat aquarium moet ingericht worden met stenen zodat voldoende schuilplaatsen voor de vrouwtjes met eventuele eieren ontstaan. Een mannetje moet met meerdere (3-5) vrouwtjes worden gehouden. Een territorium wordt ingericht. Er moet voldoende vrije zwemruimte zijn. Een zandige bodem wordt op prijs gesteld.
Het is een alleseter met een voorkeur voor alg. In de natuur voedt hij zich met "aufwuchs" op de rotsen. De kweek is eenvoudig. Een veertigtal eieren worden afgezet en direct door het vrouwtje in de bek genomen. Ze worden bevrucht met behulp van de eivlekmethode. De jongen komen na 3 weken uit en kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems | ||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pseudotropheus callainos, Metriaclima callainos
|
||||||||||||||||||||||
|