(Meyer & Schartl, 1984) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Van deze soort moet in het aquarium een mannetje met
meerdere vrouwtjes gehouden worden. Om een al te grote
onderlinge agressie te voorkomen is het noodzakelijk om ze
met andere mbuna-soorten samen te houden. Het aquarium
moet worden ingericht met stenen zodat veel schuilplaatsen
ontstaan waar ondergeschikte dieren zich veilig terug kunnen
trekken. Het is een alleseter waarbij er rekening gehouden moet worden dat een belangrijk gedeelte uit plantaardige kost zoals spirulina moet bestaan. Vooral wildvang dieren kunnen problemen met de spijsvertering krijgen als ze dit niet voldoende krijgen. De kweek is tamelijk eenvoudig. De eieren worden door het vrouwtje afgezet en onmiddellijk in de bek genomen waarna bevruchting door het mannetje plaats vindt door middel van de eivlekmethode. Het vrouwtje trekt zich vervolgens terug tussen de rotsen. Na 20 tot 25 dagen verlaten de jongen voor het eerst de bek van de moeder. Ze zijn dan ongeveer 1 centimeter groot. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Malawis in Berlin |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pseudotropheus hajomaylandi, Metriaclima
hajomaylandi
|
||||||||||||||||||||||
|