(Brichard, 1989) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Een vreedzame vis die het beste gehouden kan worden in een speciaalaquarium
samen met andere cichliden uit het Tanganyikameer. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen ontstaan. Eventuele planten worden met rust gelaten.
Als voer kan het beste klein levend voer worden gegeven. Ook diepvriesvoer (bv Artemia) kan worden gegeven. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden in holen afgezet. Een territorium wordt ingericht en beide ouders plegen broedzorg. De jongen blijven in veel gevallen ook als ze groter geworden zijn aanwezig in het territorium. Er wordt dan een z.g. familie gevormd. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems | ||||||||||||||||||||||
Synoniemk : Lamprologus gracilis
|
||||||||||||||||||||||
|