(Boulenger, 1908) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tegenover soortgenoten is deze vis nogal agressief. De bak moet ingericht worden met stenen zodat er holen ontstaan waarin de dieren zich kunnen verschuilen. Deze soort woelt enigszins in de bodem, maar laat over het algemeen planten met rust.
Als voedsel wordt alle soorten levend voer genomen. Ook r plantaardige kost zoals sla en spinazie wordt graag gegeten. Droogvoer is ook mogelijk. Deze muilbroeder mag na het opnemen van de eieren niet opgeschrikt worden, daar de eieren anders weer uitgespuwd worden. Een regelmatige waterverversing is aan te raden. De verdere ontwikkeling van de jongen zoals bij andere muilbroeders. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochromis venustus, Cyrtocara venusta,
Haplochromis simulans
|
||||||||||||||||||||||
|