(Meinken, 1973) |
|||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Redelijk agressieve en levendige seizoensvis. Het mannetje jaagt voortdurend op de wijfjes.
Het is dus verstandig om op een mannetje meerdere vrouwtjes te houden in een speciaalaquarium met een donkere, zachte bodem en voldoende zwemruimte. De PH mag niet boven de 6.5 komen.
Als voedsel moet hoofdzakelijk levend voer gegeven worden, zoals artemia, witte en zwarte muggenlarven en tubifex. Voldoende afwisseling is belangrijk. De kweek is redelijk eenvoudig. De vissen zetten hun eieren af in de turfmolm. De turf met de eieren verwijderen en enige tijd bewaren in een plastic zak. Daarna water opgieten en de jongen komen uit. Met pantoffeldiertjes en artemia-naupliën grootbrengen. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|