(Vinciguerra, 1927) |
||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
Levendige vis die het beste in een speciaalaquarium gehouden kan worden. Mannetjes zijn onderling redelijk agressief en ook de vrouwtjes worden door mannetjes nauwelijks met rust gelaten. Het is dus beter de geslachten apart te houden. Ze kunnen wel in gezelschap van andere, niet te grote, rustige vissen worden gehouden. Het aquarium moet voorzien zijn van een donkere bodem en matig worden verlicht zodat de kleuren goed tot hun recht komen. Het zijn seizoensvissen dus ze worden niet oud.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. De kweek is redelijk eenvoudig. Het beste kan er turf op de bodem worden aangebracht. De eieren worden in de turf afgezet. De turf kan daarna verwijderd worden en zachtjes uitgeknepen. De turf in een plastic zakje bewaren. Na 2-3 maanden kan er water op de turf gegoten worden. De jongen komen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Fundulus patrizii, Notobranchius patrizii
|
||||||||||||||||||||||||
|