(Brown, 1987) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame vis die het beste paarsgewijs of in een groepje
gehouden kan worden in een speciaalaquarium. Het
aquarium moet dicht worden beplant en verder worden voorzien
van kienhout en wortels zodat veel schuilplaatsen en holen
ontstaan. Er moet in ieder geval voor gezorgd worden
dat iedere vis een eigen schuilplaats heeft. Om deze
schuilplaats wordt een klein territorium ingericht.
Echte gevechten blijven uit. Het water moet extreem
zuur en zacht zijn. Het is dus geen echte beginnersvis. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. De kweek in het aquarium is al gelukt. De 10-40 eieren worden in een hol afgezet en bevrucht en door het vrouwtje tegen het dak van het hol geplakt. Daarna haalt het mannetje lucht van jet wateroppervlak en begint in het hol met een schuimnest. Na 3-4 dagen komen de jongen uit en nog eens 4-6 dagen later zwemmen ze vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en gezeefde watervlooien. Ze groeien vrij langzaam en de waterkwaliteit moet angstvallig bewaakt worden. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Yoritaka Honda |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|