(Álvarez & Carranza, 1952) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame scholenvis die nogal gevoelig is voor temperatuurschommelingen. Schoon helder water met een veelvuldige waterverversing wordt zeer op prijs gesteld. Een donkere bodem en drijfplanten doen de vissen beter tot hun recht komen. Ze zijn nogal schrikachtig.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De soort is in de kweek niet echt productief. Deze levendbarende soort werpt 1- tot 20 jongen per keer. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
Wikipedia |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|