(Pellegrin, 1930) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort wordt zelden in de handel aangetroffen.
Het aquarium moet dicht worden beplant en zeer zacht en zuur
water zijn een absolute vereiste om hem te houden. Een
regelmatige waterverversing net het juiste water is
noodzakelijk. De soort is zeer gevoelig voor ziektes.
De vrouwtjes zijn soms zeer agressief ten opzichte van de
mannetjes, waarbij het mannetje dan het onderspit delft met
af en toe de dood tot gevolg. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven zoals Artemia-naupliën en zwarte muggenlarven. Voedsel uit vervuild water zoals rode muggenlarven of tubifex moet worden vermeden. Over de kweek is nog niet zo veel bekend. Het zijn muilbroeders waarbij het mannetje de broedzorg voor zijn rekening neemt. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|