 |
(Poll, 1950) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
 |
|
|||||||||||||||||||||
| Deze vis dient paarsgewijs gehouden te worden. Ze zijn onderling zeer agressie, dus in een aquarium kan eigenlijk maar een paar worden gehouden. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen en spleten ontstaan. De bodem moet bestaan uit fijn zand. Een territorium wordt ingericht. Er moet voldoende vrije zwemruimte worden open gelaten.
Als voer moet afwisselend levend voer worden gegeven in de vorm van Artemia en muggenlarven. Na gewenning wordt ook droogvoer geaccepteerd. Ook moet regelmatig groenvoer worden gegeven. De kweek is niet eenvoudig. Een stel moet wel bij elkaar passen. Indien een stel niet bij elkaar past eindigt het meestal in de dood van het vrouwtje. 15-30 eieren worden op een platte steen afgezet en onmiddellijk door het vrouwtje in de bek genomen en vervolgens door het mannetje bevrucht. Na 2 weken komen de jongen uit en nog eens 2 weken later verlaten ze de bek van de moeder. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
