(Boulenger, 1898) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
De vissen van deze soort leven in een familiegroep bij elkaar. Als ze eenmaal aan elkaar gewend zijn mogen er geen nieuwelingen meer bij gezet worden. Wel zijn ze verdraagzaam ten opzichte van andere soorten en kunnen daar dus ook goed mee samen gehouden worden. Het aquarium moet ingericht worden met stenen zodat holen ontstaan. Een sterke belichting is noodzakelijk om alggroei te bevorderen.
T. Moorii is een voedselspecialist. In de vrije natuur graast hij de rotsen af naar "aufwuchs". In het aquarium kan het beste spirulinavlokken (geen tabletten) worden gegeven, af en toe afgewisseld met cyclops en mysis. Eiwitrijk voedsel zoals rode muggenlarven moet vermeden worden. Lees hiervoor het bijgaande artikel. De kweek is redelijk eenvoudig. Een klein aantal eieren wordt in de bek genomen en uitgebroed. Na enige weken zwemmen de jongen vrij rond. Ze worden dan nog een week door de moeder verzorgd. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Tropheus moorii moorii, Tropheus moorei,
Tropheus moorei moorei, Tropheus moori, Tropheus morrei
|
||||||||||||||||||||||
|