(Regan, 1903) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Op jonge leeftijd is deze vis tamelijk rustig en
vredelievend, maar naarmate hij ouder wordt, wordt hij ook
wat agressiever. Een territorium wordt ingericht.
Het aquarium kan aan de randen en achtergrond dicht worden
beplant. Voor het overige kunnen enige vlakke stenen,
kienhout en wortels worden gebruikt. De bodem moet uit
fijn grind bestaan. Als voedsel moet krachtig levend voer worden gegeven. Runderhart, voedertabletten en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is met een goed bij elkaar passend koppel redelijk eenvoudig. Het beste is om een groepje jonge dieren bij elkaar te zetten. Een koppel vormt zich dan vanzelf. De paarbinding is dan meestal levenslang. Tot 400 eieren worden op een zorgvuldig gepoetste vlakke steen afgezet en bevrucht. Na een viertal dagen komen de larven uit. Ze worden dan door het vrouwtje in een broedkuil onder gebracht. Meerdere malen per dag worden ze verhuisd naar een andere kuil. Het mannetje bewaakt het territorium. Nog eens vier dagen later zwemmen de jongen vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
© Copy-right en voorwaarden voor gebruik |