(Meinken, 1965) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Rustige, vreedzame soort die uitstekend kan worden samen
gehouden met andere, kleine vissen die voornamelijk de
bovenste waterlagen bevolken. Aangezien het mannetje
polygaam is, is het aan te raden om bij een mannetje
meerdere vrouwtjes te houden. De vrouwtjes hebben hun eigen
kleine territorium binnen het grote territorium van het
mannetje. Het aquarium moet dicht worden beplant en
voorzien zijn van een fijne zandbodem. Ook kan wat
kienhout gebruikt worden als decoratie.
Het is een alleseter met een duidelijke voorkeur voor klein, levend voer en detritus. Droogvoer wordt niet geaccepteerd. De kweek is niet zo moeilijk. Het mannetje paart met meerdere vrouwtjes. De jongen worden tot gedurende 10 weken intensief door het vrouwtje verzorgd, terwijl het mannetje zich bezig houdt met de verdediging van het grote territorium. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
IUCN Red List Status : Niet beoordeeld Van deze vis hebben wij nog geen artikelen beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
||||||||||||||||||||||
|