(Boulenger, 1906) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame, maar schuwe en schrikachtige scholenvis die het
beste te houden is in gezelschap van andere rustige vissen.
Het aquarium moet worden ingericht met een donkere bodem
waardoor de kleuren beter tot hun recht komen. Verder
moet het aquarium worden gedecoreerd met rand- en
achtergrondbeplanting en wortels zodat wat schuilplaatsen
ontstaan. Er moet ook veel vrije zwemruimte worden
open gelaten. Een regelmatige waterverversing en goede
doorluchting van het water worden zeer op prijs gesteld.
De soort is bij wat zachter water nogal gevoelig voor
vistuberculose. Het is aan te raden om ook 's nachts
een klein lampje te laten branden, daar de dieren snel
schrikken en zich daarbij kunnen verwonden. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt af en toe ook geaccepteerd. De kweek is met wat zachter en licht zuur water niet al te moeilijk. De eieren worden in een afzetmop afgezet. De eieren kunnen worden uitgelezen en worden ondergebracht in een broedschaal. Na 10-12 dagen komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met infuus en daarna Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochilus pumilus, Haplochilichthys pumilus,
Lacustricola pumilus, Aplocheilichthys pumilis, Haplochilus
dhonti, Haplochilichthys dhonti, Micropanchax dhonti
|
||||||||||||||||||||||
|