 |
(Boulenger, 1901) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
 |
|
|||||||||||||||||||||
|
Buiten de paartijd vormen deze vissen kleine scholen.
Tijdens de paartijd vormen ze paartjes en vormen dan ook een
territorium. Het aquarium moet worden ingericht met
stenen zodat spleten en holen ontstaan. De bodem moet
bestaan uit fijn zand. In de natuur schrapen ze de algen van stenen af. Bij afwezigheid daarvan kan men ze levend- of diepvriesvoer geven. Groenvoer mag echter niet ontbreken. De kweek is niet moeilijk. De eieren worden in een tevoren gegraven kuil afgezet en bevrucht. De eieren worden daarna door het vrouwtje in de bek genomen. Tezamen wordt het (kleine) territorium verdedigd. Na ongeveer zes dagen worden de rollen omgedraaid en neemt dus het mannetje de eieren in de bek. Het vrouwtje wordt hierna zeer agressief bij de verdediging van het territorium. Na ongeveer 13 dagen verlaten de jongen voor de eerste keer de bek van de vader. De broedzorg houdt dan nog niet op. Beide ouders blijven de jongen intensief verzorgen en bewaken. Bij gevaar vluchten de jongen steeds in de bek van de ouders. De jongen groeien vrij snel. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Cichlids forever |
|
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Asprotilapia leptura, Asprotilapia leptula,
Asprotilapia taeniurus
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
