(Meyer & Riehl, 1985) |
|||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Het aquarium moet voor deze vis ingericht worden met stenen waardoor schuilgelegenheden ontstaan. Wel moet er voldoende vrije zwemruimte blijven. Het beste kan een mannetje met meerdere vrouwtjes gehouden worden. De rest van het gezelschap mag niet te agressief zijn.
De vis is een probleemloze alleseter, dus er kan voor voldoende variatie gezorgd worden. De kweek is vrij eenvoudig. Na het afzetten neemt deze muilbroeder de 20-40 eieren in haar bek en worden ze bevrucht met de eivlekmethode. Het beste is om het vrouwtje voorzichtig uit te vangen en in een aparte bak onder te brengen. Na 3 weken komen de jongen voor het eerst uit de bek en eten direct fijn voer. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|