(Hamilton, 1822) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Zeer vreedzame, levendige scholenvis die dus met minimaal
10-12 stuks gehouden moet worden. Als hij alleen wordt
gehouden wordt hij schrikachtig en traag. Het aquarium
moet dicht worden beplant aan de randen en achterkant, maar
in het midden moet zeer veel vrije zwemruimte worden open
gelaten. De soort is zeer geschikt voor het
gezelschapsaquarium samen met andere kleine levendige
vissen. Het is een alleseter, waarbij plantaardige kost ook niet mag ontbreken. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. In een dicht beplant kweekaquarium worden in de vroege morgen de eieren afgezet tussen de planten waaraan ze blijven kleven. Aangezien de ouders eierrovers zijn moeten ze na het afzetten uit het kweekaquarium worden verwijderd. De eieren komen na 30-40 uur uit en nog eens 2-3 dagen later zwemmen de jongen vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Fischhaus zepkow |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Cyprinus phutunio, Barbus phutunio, Puntius
phutunio, Systomus phutunio, Systomus leptosomus
|
||||||||||||||||||||||
|