(Vierke, 1979) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort is eigenlijk alleen maar goed te houden in het
speciaalaquarium. In een niet al te klein aquarium kan
een mannetje met meerdere vrouwtjes worden gehouden. Het
aquarium moet dicht worden beplant, ook met drijfplanten.
Het zijn zeer gevoelige vissen en bij verkeerde behandeling
zijn ze zeer schuw en laten zich dan nauwelijks zien.
Een regelmatige waterverversing is aan te raden. De
soort is in harder water erg gevoelig voor stip. Een
toevoeging van zout (een theelepel per 10 liter water) is
aan te bevelen. Als voer moet klein levend voer worden gegeven in de vorm van muggelarven en Artemia. De kweek is niet eenvoudig. Het water moet extreem zuur en zacht zijn. 20-60 eieren worden in een schuimnest onder gebracht. Na twee dagen komen de eieren uit en nog eens drie dagen later zwemmen de jongen vrij. De eerste dagen moet het allerfijnste stofvoer worden gegeven en daarna Artemia-naupliën. Jongen worden door de ouders met rust gelaten. Ook oudere generaties laten de jongen met rust, zodat in een aquarium van voldoende grootte meerdere generaties op kunnen groeien. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
IUCN Red List Status : Niet beoordeeld Van deze vis hebben wij inmiddels een artikel beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
||||||||||||||||||||||
|