(Gosse, 1963) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame, enigszins schuwe soort die het beste samen
gehouden kan worden met andere rustige soorten.
Onderling zijn ze tamelijk agressief. Ze moeten paarsgewijs
worden gehouden. De paarvorming is niet altijd even
gemakkelijk, het is dus aan te raden om meerdere jonge
exemplaren aan te schaffen zodat paarvorming wat eenvoudiger
wordt. Het aquarium moet dicht worden beplant zodat
schuilplaatsen ontstaan. Verder kunnen ter decoratie
stenen, kienhout en wortels worden gebruikt. Een
zandige bodem wordt op prijs gesteld. Om deze vis goed
te kunnen houden moet het water regelmatig worden ververst. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is niet eenvoudig aangezien het moeilijk tot paarvorming komt. Tot 100 eieren worden in een broedkuil onder gebracht en bevrucht. Het vrouwtje zorgt voor het broedsel terwijl het mannetje het territorium voor zijn rekening neemt. Na 10 dagen zwemmen de jongen vrij en kunnen ze worden gevoerd met het allerfijnste infuus. Nog eens twee weken later kunnen ze gevoerd worden met Artemia-naupliën. Het is ook niet eenvoudig de jongen groot te krijgen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Geophagus wavrini IUCN Red List Status : Niet beoordeeld Van deze vis hebben wij nog geen artikelen beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
||||||||||||||||||||||
|