(Vierke, 1991) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze vis is tamelijk agressief ten opzichte van soortgenoten
als het aquarium waar ze in gehouden worden te klein is of
niet voorzien van voldoende schuilgelegenheden. Hij
kan dan ook het beste paarsgewijs worden gehouden. Het
aquarium moet worden beplant en verder ingericht met
kienhout en wortels. Het is aan te raden om gedurende
een drietal maanden een koelere periode in te lassen, daar
dit aansluit bij de omstandigheden van hun natuurlijke
omgeving. Na deze periode begint dan de broed periode.
Ze kunnen niet samen gehouden worden met vissen die veel
kleiner zijn aangezien die als voedsel worden gezien. Het zijn alleseters. Ze moeten dus afwisselend worden gevoerd met levend, diepvries- en droogvoer. De kweek is mogelijk. Het beste is om een aantal jonge dieren te nemen, waarna de paarvorming plaats vindt. Na een koele periode worden enkele honderden eieren afgezet en bevrucht. Ze worden aan het wateroppervlak bij elkaar gehouden. Beide ouders beoefenen de broedzorg geruime tijd. Na 30 uur komen de eieren uit en na 5 dagen kan men met het voeren van Artemia-naupliën beginnen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|