(Lönnberg & Rendahl, 1930) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame bodemvis die in een schooltje gehouden moet worden
in gezelschap van andere vreedzame vissen. Het
aquarium moet aan de randen en achtergrond dicht worden
beplant. In het midden moet een plek worden
gereserveerd met fijn zand waar de dieren naar voedsel
kunnen grondelen zonder hun baarddraden te beschadigen. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Ook droogvoer wordt geaccepteerd. De kweek in het aquarium is redelijk eenvoudig. Een flinke waterverversing gecombineerd met een verlaging van de temperatuur is een goede manier om het afzetten te bevorderen. Tot 100 eieren worden afgezet en bevrucht. De jongen kunnen worden groot gebracht met het fijnste infuus en later Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|