(Boelenger, 1902) |
||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Een vreedzame cichlide die de planten over het algemeen met rust laat en niet te veel in de bodem woelt. Een mannetje moet gehouden worden met meerdere vrouwtjes. Het aquarium moet ingericht worden met stenen zodat er voldoende mogelijkheden om te schuilen ontstaan en territorium opgebouwd kan worden. Een fijnzandige bodem en voldoende zwemruimte worden op prijs gesteld.
Als voedsel moet krachtig levend voer gegeven worden. De kweek is redelijk eenvoudig. De 20-90 eieren worden op stenen afgezet en in de bek genomen en daar bevrucht met de eivlekmethode. De jongen worden intensief verzorgd. Een regelmatige waterverversing is noodzakelijk. |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochromis moorii, Cyrtocara moorei,
Cyrtocara moori, Haplochromis moori
|
||||||||||||||||||||
|