(Fryer, 1957) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Over het algemeen vrij vreedzame cichlide die het best kan
worden samen gehouden met andere vreedzame (Mbuna)soorten
uit het Malawimeer. Het aquarium moet worden ingericht
met stenen zodat holen en schuilplaatsen ontstaan.
Planten worden over het algemeen met rust gelaten. Het
is aan te raden om bij een mannetje meerdere vrouwtjes te
houden. Het zijn alleseters, er moet dus voor voldoende variatie op het menu worden gezorgd. Diepvries- en droogvoer wordt ook zonder problemen geaccepteerd. De kweek is tamelijk eenvoudig. De eieren worden na het afzetten door het vrouwtje in de bek genomen en met behulp van de eivlekmethode bevrucht. De vrouwtjes trekken zich daarna tussen de rotsen terug. Na een drietal weken komen de jongen voor het eerst uit de bek. Ze kunnen eenvoudig worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|